Pieter Jeekel

Pieter Jeekel geb. 1926 Java. Ned. Indië en zijn oudere halfbroer Carel Lodewijk Jacobus Jeekel geb. 20-05-1910 te Magelang delen dezelfde vader, Marinus Alexander Jacobus Jeekel Geb. in 1887. Carel werd als enige zoon geboren uit de 1e relatie van Marinus met een inlandse vrouw Satinha, en werd in 1893 erkend als zijn kind. Pieter Jeekel was de middelste zoon van 3 zonen uit de 4e relatie van Marinus Alexander Jacobus Jeekel (1887)met de chinees Indische vrouw Nio Tjio Koen. Sluiten

De plaats Dampit lag ten zuid-oosten van Malang hemelsbreed ongeveer 30 km. Het kamp was onder­ge­bracht op de rubber- en koffie-onderneming Soember Gesing; deze lag ongeveer 5 km ten zuid-oosten van Dampit.Het kamp was een straf-werkkamp. De gevangen genomen jongens werden voort­durend verhoord in het gebouw van de PID (Politieke Inlichtingen Dienst) en in de Lowokwaroe-Gevangenis in Malang. Deze geschiedenis staat bekend als de Dampit-affaire.Op 16-12-1944 werden 14 van hen overgebracht naar Malang, gevangenis Lowokwaroe, 13 van hen zouden worden geëxecuteerd, Pieter Jeekel was één van hen. Sluiten

De Lowokwaroe-gevangenis (gebouwd in 1921) lag in het noord-oostelijk stadsdeel aan de uitvalsweg naar Pasoeroean en Soerabaja. Deze gevangenis was de gevangenis van de Kempetai: er kwamen steeds nieuwe gevangenen zowel mannen als vrouwen en er werden steeds gevangenen over­gebracht naar diverse kampen. Op 21-12-1944 werden 14 jongens vanuit Dampit,Soember Gesing naar deze gevangenis overgebracht, 13 van hen werden op 06-07-1945 Geëxecuteerd. Sluiten

'IN 1944 WERD EEN GROOT AANTAL INDISCHE JONGENS UIT MALANG EN OMGEVING (OOST - JAVA) VANWEGE HUN ANTI- JAPANSE HOUDING TEWERKGESTELD IN EEN STRAFKAMP NABIJ DE PLAATS DAMPIT. VELEN VAN HEN BELANDDEN VERVOLGENS IN GEVANGENISSEN WAAR DOOR EXECUTIES MARTELINGEN EN ONTBERINGEN TENMINSTE 22 VAN HEN HET LEVEN VERLOREN. MENIG OVERLEVENDE ONDERVOND NADIEN DOOR DE ONDERGANE MISHANDELINGEN IN STRAFKAMP EN GEVANGENISSEN BLIJVENDE FYSIEKE EN PSYISCHE SCHADE.' Sluiten

Het 'Dampit-monument' op Landgoed Bronbeek in Arnhem is opgericht ter nagedachtenis aan de getroffenen uit dit strafkamp dat in 1944 op Oost-Java door de Japanse bezetter werd ingericht voor jongens van 15 tot 18 jaar.De namen van de dertien geëxecuteerde Indische jongens luiden: Max Bodaan, Benny van Dam, Rudy van Drongelen, Walter van Ham, John Hedrich von Wiederhold, Pieter Jeekel, Boy Kitzmann, Frans Ligtenberg, Teddy Monfils, Bert Oosthout, Alex Patty, Carli de Roy van Zuydewijn en Pim Vogelpoel. Sluiten

Het 'Dampit-monument' op Landgoed Bronbeek in Arnhem is een bronzen sculptuur van een gevangene. Het beeld is geplaatst op een zuil van graniet. Het opschrift op de zuil is uitgevoerd in bronzen letters. Op de voorzijde van de zuil is onder de letters een zilverkleurige plaquette aangebracht. 'STRAFKAMP DAMPIT 1944 - 1945.' Sluiten

De oorlogsgeschiedenis van de Indo-Europese bevolking in Malang is vergelijkbaar met die in andere steden op Java. Een toenemende verpaupering in combinatie met een steeds grotere Japanse druk te worden ‘gelijkgeschakeld’. Evenals in steden als Batavia of Bandoeng konden de jongeren ook hier hun goede wil tonen door zich af te laten voeren naar werkkampen. Dat dit geen garantie was voor overleven, toont het tweede deel van een tweeluik over het laatste oorlogsjaar in Malang. "De afloop van de ‘Dampit-affaire"Met de in oktober en december 1944 gearresteerde Dampit-jongens was inmiddels korte metten gemaakt. Door de slechte omstandigheden tijdens hun gevangenschap en de verhoren kwamen zes jongens te overlijden. Ongeveer vijftig anderen werden op 5 juni 1945 voorgeleid voor de Japanse krijgsraad. Het resultaat was dat 13 van deze jonge mannen werden geëxecuteerd door de japanners. Pieter Jeekel was één van hen hij was toen ongeveer 17jaar oud. Geplt. Mevr. N.Jeekel Sluiten