Egbert Nienkemper

Bart Johan Albert Fanoy was ook één van de opvarende van de Junyo Maru. In het ooggetuigenverslag van de gebeurtenissen van de ondergang van de Junyo Maru geschreven door mede opvarende F.F.E von Funchs welke samen met zijn broers Herman Fanoy overlevende waren van deze scheepsramp. Ewald von Funchs maakte het ooggetuigen verslag, het werd beschikbaar gesteld door Ruud Fanoy, de neef van Bart, zoon van zijn broer Herman. Geplt: Mevr.N.Jeekel Sluiten

Herman Jan Bart was één van de opvarende van de Junyo Maru. lees hier het ooggetuigenverslag van de gebeurtenissen van de ondergang van de Junyo Maru. Geschreven door F.F.E von Funchs welke samen met de twee broers Herman en Bart Fanoy opvarenden waren. Alle drie overleefde zij de scheepsramp, Egbert Nienkemper en Heiko Roelf Roelfsema hadden minder geluk. Herman en Bart haalde het eind van de oorlog niet, Ewald von Funchs maakte het ooggetuigen verslag, het werd beschikbaar gesteld door Ruud Fanoy, de zoon van Herman. Met onze grootste dank hiervoor, namens de kleindochter Bep Nienkemper en familie. Geplt: Mevr.N.Jeekel Sluiten

Herdenking slachtoffers Japanse Zeetransporten op ereveld Leuwigajah. Op 18 september 2014, zeventig jaar na de torpedering van het Japanse krijgsgevangenenschip Junyo Maru, werd namens de Oorlogsgravenstichting een krans gelegd op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi ter nagedachtenis van de oorlogsslachtoffers die op een Japans krijgsgevangenenschip tijdens de oorlog in het Verre Oosten een zeemansgraf vonden. De heren Robbert van de Rijdt en Rudi da Costa, respectievelijk directeur Indonesie en hoofd Algemene Zaken van de Oorlogsgravenstichting in Jakarta, legden de krans bij het Monument Zeetransporten in het Purwadihof op het ereveld. Het monument is in 1984 mogelijk gemaakt door de inmiddels opgeheven Stichting Herdenking Junyo Maru. Tijdens Japanse zeetransporten hebben ruim 2200 Nederlandse krijgsgevangenen, waaronder bijna 1400 aan boord van de Junyo Maru, een zeemansgraf gekregen. Hoewel de namen van deze slachtoffers vermeld staan in de gedenkboeken 38 en 39 van de Oorlogsgravenstichting en deze boeken voorzien in de behoefte om namen te bewaren, realiseert de Stichting zich dat het nodig is om namen permanent zichtbaar te maken daar waar mensen bijeenkomen om te kunnen herdenken. De Oorlogsgravenstichting zou de namen van al deze slachtoffers daarom graag aanbrengen op gedenkplaten in het Purwadihof op het Nederlands ereveld Leuwigajah in Cimahi. Helaas ontbreekt de Stichting hiervoor de financiële middelen. Om nabestaanden van deze slachtoffers een plaats van troost en bezinning te kunnen bieden waar zij hun dierbare kunnen gedenken en een bloemetje kunnen leggen, heeft de Oorlogsgravenstichting de Stichting Vrienden van de OGS in het leven geroepen. De Stichting moet fondsen gaan werven om projecten te realiseren die niet uit de reguliere subsidie van de Oorlogsgravenstichting betaald kunnen worden. Sluiten

Padang ligt aan de westkust, hoofdplaats van de Residentie Sumatra's Westkust. De Gevangenis lag aan zee, direct ten noorden van de riviermonding. Deze Gevangenis werd tijdens de Japanse bezetting ook gebruikt als mannenkamp (7-4-1942 tot 18-10-1943), daarna als vrouwenkamp (19-10-1943 tot 13-12-1943) De Junyo Maru, vertrekt vanuit Batavia op 16-9-1944, en werd getorpedeerd op 18-9-1944 voor westkust van Sumatra. Egbert Nienkemper was één van de vele krijgsgevangenen welke omkwam bij deze scheepsramp. Sluiten

Na op 10 okt 1942 krijgsgevangen te zijn genomen en overgebracht te zijn naar Tjimahai, heeft zijn zoon sld. Egbert Nienkemper kans gezien om samen met Pieter Nicolaas Tissot van Patot ( arts-dokter in de geneeskunde en Officier van gezondheid 1e klasse te Bandoeng) te kunnen vluchten. Hij heeft toen in Bandoeng verzetswerk gedaan, op 29 aug 1942 werd hij alsnog opgepakt en heeft 6 weken in de Soeka Miskin gevangenis gezeten om vervolgens op 10 sept 1943 naar Sumatra, Palembang te worden verscheept. Aldaar 3 keer bacilair dysenterie gekregen en hieraan op 05-07-1945 bezweken. Geplts: Mevr.N.Jeekel Sluiten

Informatie Kamp Makassar te Batavia: Dit kamp lag ten zuiden van Meester Cornelis, ten oosten van de weg naar Buitenzorg. Het was eerst een krijgsgevangenkamp (april 1942 – januari 1945) en daarna een vrouwenkamp (januari 1945 – augustus 1945). Het kamp was ondergebracht in barakken van bamboe en atap, omheind met gedek en prikkeldraad. Geplts: Mevr.N Jeekel Sluiten

De Junyo Maru (5.065 ton, oud roestig schip) vertrok op 16-9-1944 met 2300 krijgsgevangenen uit Batavia (Tand­joeng Priok) richting Padang op de westkust van Sumatra, met eindbestemming de Sumatra-spoorweg (Midden-Sumatra). Deze groep krijgsgevangenen (bijna allemaal Neder­landers) bestond uit 1600 uit het 10e Bataljon-kamp en 700 uit het Kam­pong Makassar-kamp. Dit transport werd aange­duid als Java Party 23, het 23ste transport van krijgsgevangenen vanuit Java. Sluiten

Beschrijft oa. de ramp met de Junyo Maru. september 1944, voor de kust van Sumatra. Het Japanse vrachtschip, werd getorpedeerd door een Engelse onderzeeboot. Aan boord bevonden zich 2300 tot 2500 Nederlandse, Britse, Amerikaanse en Australische krijgsgevangenen en ongeveer 4200 Javaanse dwangarbeiders. Van hen kwam het merendeel om het leven, ruim 5600 mensen, waaronder Elbert Nienkemper, Inspecteur van Politie te Semarang. Geplts Mevr. N.Jeekel Sluiten

De Junyo Maru (5.065 ton, oud roestig schip) vertrok op 16-9-1944 met 2300 krijgsgevangenen uit Batavia (Tand­joeng Priok) richting Padang op de westkust van Sumatra, met eindbestemming de Sumatra-spoorweg (Midden-Sumatra). Deze groep krijgsgevangenen (bijna allemaal Neder­landers) bestond uit 1600 uit het 10e Bataljon-kamp en 700 uit het Kam­pong Makassar-kamp. Dit transport werd aange­duid als Java Party 23, het 23ste transport van krijgsgevangenen vanuit Java. Sluiten